Uitdrijven
Met de verlichting dreef West-Europa zijn demonen uit. Demonische bezetenheid werd als bijgeloof verbannen naar de vuilbak van de geschiedenis. Maar dat was buiten de duivel gerekend. Zoals paus Franciscus in 2024 zei: ‘Door de deur verdreven, is de duivel door het raam teruggekeerd.’ Alle wensdromen van de moderniteit ten spijt bleef de vraag naar exorcisme – de rituele uitdrijving van de duivel en zijn dienaren – sinds de negentiende eeuw gestaag toenemen. In de laatste twintig jaar zag de katholieke wereld een ongeziene heropleving van de controversiële rite.
Kristof Smeyers (1988) is historicus aan de KU Leuven, waar hij onderzoek doet naar de geschiedenis van het bovennatuurlijke en paranormale. Als auteur schrijft hij over flora, fauna en folklore. Sinds 2017 is hij nauw betrokken bij De Nederlandse Boekengids, waarvan hij kernredacteur is en waarvoor hij regelmatig essays schrijft over geschiedenis, politiek en economie. In 2016 publiceerde hij 'Het gestolde land. Een economische geschiedenis van België' (Polis). In 2022 verscheen 'Raaf. Cultuurgeschiedenis in vogelvlucht' (Ertsberg). In 2023 volgde ‘Wolf: wildernisgeschiedenis’ (Ertsberg).
Waarom? Om dat te begrijpen moeten we de geschiedenis in. Uitdrijven overschouwt het exorcisme in de laatste 250 jaar. Het boek gaat over de kracht van een rite en de macht van een kerk, maar ook over de limieten van die macht. Tussen rite en praktijk toont zich een geloofswereld in beroering. Vanuit de marges raakt deze geschiedenis aan een aantal grote vraagstukken die de moderniteit aanstuurden: over goed en kwaad, over lichamelijke en geestelijke autonomie, over geloof en twijfel.
